In therapie

Na de vakantie hebben mijn ouders direct een afspraak gemaakt bij de huisarts. Een verwijzing naar de GGZ volgde en al snel zaten we daar voor een intakegesprek. Direct bij dit eerste gesprek werd een diagnose gesteld: anorexia nervosa. STOP. Ik anorexia? Ik die altijd zo hield van eten? Echt niet. Nog in de lift verklaarde ik de vrouw van in het intakegesprek voor gek, ik had dus echt GEEN anorexia. En dat zou ik bewijzen ook. Ik zal die therapeuten wel eens even laten zien dat ik alles gewoon onder controle had en dus echt geen anorexiapatiënt was zoals ik ooit op televisie had gezien.

De therapie bij de GGZ werd opgestart. Bij de kinderarts werd ik fysiek helemaal gecontroleerd, bij de diëtist werd mijn eetpatroon onder de loep genomen en bij cognitieve therapie leerde ik van alles over eetstoornissen. Daarnaast had ik, gelukkig, ook gesprekken met een hele fijne psychologe bij wie het niet alleen maar, of bijna helemaal niet, om eten draaide. Want wat ik wel heb geleerd is dat een eetstoornis niet gaat over eten, of over niet eten. Er ligt iets anders onder: het niet eten is de zichtbare uiting van iets anders, iets diepers. Ik voelde me eenzaam, in de steek gelaten, super onzeker en heel ongelukkig. Mijn eetstoornis bood me een stukje controle, houvast, iets waar ik op kon bouwen en vertrouwen. Het gaf opvulling aan de grote leegte die ik voelde.

Mijn grootste nachtmerrie: drinkvoeding

In therapie ontdekte ik meer over mezelf, over mijn onzekerheden en angsten, maar ook over mijn krachten en passies. Ondertussen ging mijn gewicht wel nog steeds omlaag. Bij de diëtist kwam drinkvoeding ter sprake, in die tijd echt mijn grootste nachtmerrie. Een paar honderd calorieën binnen een paar slokken naar binnenwerken, mooi niet! Voor die calorieën kon ik toch veel beter een grote chocolademagnum of een lekkere reep chocola eten was mijn gedachte.

Na een hoop discussie en flink wat frustratie begon ik er toch aan. Iedere dag zo’n vreselijk flesje. Een behoorlijke opgave, want mijn eetstoornis was er op z’n zachts gezegd niet blij mee. De drankjes waren in mijn hoofd al een ware hel, maar de smaak maakte het er niet echt beter op. Het hele assortiment aan drinkvoeding heb ik zo’n beetje geprobeerd. Van appel tot chocolade smaak, van sap tot yoghurt; de een was nog viezer dan de ander. Gelukkig wist ik na een tijdje welke smaken te doen waren en dat ze ijskoud het beste smaakte. Maar toch verdween er ook geregeld een half flesje door de gootsteen of in de prullenbak. Al die calorieën, wat zou dat niet doen met mijn gewicht? De kilo’s zouden eraan vliegen was mijn gedachte.

Aankomen in gewicht

Het aankomen ging dan ook met pieken en dalen. Ik wilde wel aankomen, maar dan wel langzaam en niet met kilo’s tegelijk. Controle over dat cijfertje op de weegschaal, dat was wat ik wilde. Iedere week bijvoorbeeld 0,2 kilo erbij zou ik prima vinden, als ik maar zeker wist dat het precies zo veel was en niet meer of minder. En dat is natuurlijk onmogelijk. Als ik iets was aangekomen, of alleen de gedachte al dat ik iets was aangekomen, zorgde ervoor dat er een rem op mijn eten ging. Alles weer net iets minder. En bleek bij de diëtist dat ik was afgevallen, dan ging ik weer iets meer eten, of beter gezegd, dan at ik weer gewoon precies wat ik volgens mijn eetlijst moest eten.

Toch lukte het om stapje voor stapje om dichterbij een gezonder gewicht te komen. Ik ging beter in mijn vel zitten, had leuke contacten met meiden op school en zag alles weer wat positiever in. Toen mijn psychologe aangaf op een andere locatie te gaan werken en ik dus afscheid van haar moest nemen, besloot ik samen met mijn ouders dat we alle therapieën bij de GGZ zouden afsluiten. We hadden genoeg hulp gehad en genoeg geleerd, het ging allemaal de goede kant op en dat laatste stukje zou ons samen wel lukken.

En zo ging het lange tijd goed. Mijn gewicht was nog aan de lage kant maar bleef stabiel, het eten ging relaxter en ik was in mijn hoofd niet meer constant met calorieën bezig. Inmiddels kwam het einde van mijn middelbareschooltijd in zicht en was ik druk aan het kijken voor de volgende stap: studeren. En die ene studie in Wageningen, Voeding en Gezondheid, een studie die je echt alleen daar kon doen, sprak me toch wel heel erg aan. En dat betekende op kamers. Omdat mijn gewicht toch nog wel wat aan de lage kant was en het verder aankomen niet echt opschoot, besloot ik samen met mijn ouders hulp te zoeken bij een diëtist om net even dat laatste stapje zetten voor ik het huis uit zou gaan.

Na wat rondzoeken op internet kwam ik bij Marjolein terecht. Waar ik me bij mijn diëtiste bij de GGZ niet altijd helemaal op mijn gemak en begrepen voelde, had ik bij Marjolein eigenlijk direct een heel goed en vertrouwd gevoel.  Ze toonde begrip, dacht met me mee, maar was ook duidelijk, en dan met name duidelijk tegen mijn eetstoornis. Samen stelden we een eetlijst op waar ik achter stond en waarvan ik geloofde dat het haalbaar zou zijn. Mijn gewicht hielden we in de gaten, we bespraken waar ik tegen aanliep en we keken samen wat er nodig was om dingen wel te laten lukken. Het aankomen ging nog steeds met ups en downs, maar er zat een stijgende lijn in.

Liefs Pascalle